Het MIG-MAG lasprocédé

MIG-MAG lassen valt onder elektrisch booglassen. Hierbij wordt er een contante spanning gebruikt om te lassen. MIG-MAG lassen met gas is lassen met een lasdraad die op een rol wordt aangevoerd vanuit de machine doorheen de toorts. Die lasdraad dient als afsmeltende elektrode en als extra lasmateriaal.

Tijdens het lassen wordt er een boog gevormd tussen het werkstuk en de lasdraad die wordt aangevoerd. Deze boog zorgt voor warmte die het werkstuk en de elektrode laten smelten. Een toegevoegd gas beschermt de boog en het smeltbad, om roest en insluiting te voorkomen. 

Het toegevoegde gas is een apart te voorzien beschermgas (CO2 of Argon). Dit kan zowel worden aangevoerd uit wegwerpflessen, als uit (aangeraden) hervulbare flessen.

Wanneer MIG-MAG lassen?

MIG-MAG lassen is de meest gebruikte manier van lassen, omdat je dit lasproces kunt mechaniseren. Deze techniek is eenvoudig aan te leren en kan voor veel verschillende toepassingen gebruikt worden. MIG-MAG lassen is ook zeer flexibel en heeft een hoge neersmelt. 

Je kunt langer werken ten opzichte van elektrodelassen, omdat je niet steeds opnieuw je elektrode moet aanvullen. MIG-MAG lassen heeft ook een stevige las als resultaat, zonder insluitsels in de slak. Je hoeft dus geen lasboord af te pikken na het lassen (zoals bij het lassen met elektroden). Er is ook een beperkte uitstoot van lasgassen.

Je kunt met lage stroom lassen, maar ook met zeer hoge waardes. Uitstekend voor dunneplaatlassen, carrosserie, plaatwerk en in de industrie.

Het verschil tussen MIG en MAG

Bij MIG-lassen gebruik je een inert gas (= een gas dat geen chemische reacties aangaat, zoals argon, edelgassen of stikstof). Bij MAG-lassen hanteer je een actief gas, en die reageren wel op je smeltbad (vb. CO2).

Vaak worden mengsels gebruik van actieve en inerte gassen.